feb 8, 2021 | Blog, publicaties

Mag ik er zijn?

Kleine Karin

“Wie zich niet welkom of thuis voelt, mist het gevoel van ergens bij horen. Om te voelen hoe het is om deel uit te maken van een systeem waarin je gehoord en gezien wordt”

Sobunfu Some

Mag jij er zijn precies zoals je bent?

Wanneer ik vroeger ergens nieuw binnenkwam, in de klas, bij een groep of later op een werkplek was ik onbewust verbonden met dat kleine meisje van toen. Dat meisje wat er alleen mocht zijn onder voorwaarden. Het meisje die niet wist of ze wel welkom was en hoe dan. Het meisje dat al op hele jonge leeftijd hard werkte en haar best deed om er te mogen zijn. 

Dit heeft alles te maken met daar waar ik vandaan kom, mijn wortels, over dat wat mij geleerd is over welkom zijn en er mogen zijn zoals je bent.

Ben ik welkom?

Ben ik welkom en waar ben ik welkom, een vraag die op een onbewust niveau vele jaren met mij is meegereisd en veel van mijn denken, voelen en handelen bepaalden. Mezelf wegcijferen en aanpassen om erbij te horen om er te mogen zijn, is iets wat ik heel goed ken. Ik mocht er zijn maar onder voorwaarden.

Mijn wortels

In 1968 werd ik geboren, als enig kind van ouders uit de vooroorlogse generatie, plichtsgetrouw en zuinig. Ook de familie was ouder en ik was het jongste kind. Tussen mij en mijn neven en nichten zat een leeftijdsverschil van zeker 20 jaar, tussen mij en mijn ouders en tantes en ooms meer dan 40 jaar en van mijn grootouders ken ik alleen de ouders van mijn moeder, zij waren al begin 70. Ik bungelde er als klein meisje maar wat bij en leerde vooral dat ik erbij kon horen als ik aan bepaalde voorwaarden voldeed van mijn ouders, familie en buitenwereld. Wanneer ik me in de ogen van mijn familie voorbeeldig gedroeg dan leverde mij dat, heel soms mogelijk een compliment op. Ik leerde ook dat als er iets misging dat het mijn schuld was. Mijn geboorte zorgde volgens mijn ouders voor veel zorgen in hun leven.

Ook in de buitenwereld hoorde ik er niet echt bij, hoe zeer ik ook mijn best deed. Ik droeg de verkeerde kleding, mijn haar was niet zoals de laatste mode voorschreef en ook nog eens scheef geknipt door mijn vader. Ik had geen hippe jonge ouders, ging niet op skivakantie. Van mijn moeder moest ik op hockey en tennis, want dan hoorde je erbij. Wat ik leuk vond telde niet. Maar ook hier mocht ik er pas bij horen wanneer ik de juiste collegesjaal en bijpassende schoenen had met uiteraard de juiste merkkleding om te sporten en ook nog die jonge hippe ouders.  

Die dure sjaal, schoenen en merkkleding kon ik op mijn buik schrijven, ook al was er geld in overvloed, ik kreeg het niet. Zuinigheid stond voorop want stel je voor dat de oorlog uitbrak. Achteraf ben ik heel dankbaar voor deze wijze les, ik hecht geen waarde aan dure merken en het is voor mij dan ook geen levensvereiste meer om ergens te horen.

Op school werd ik bij gym meestal als laatste gekozen voor trefbal of andere teamsporten. Ik voldeed niet aan de voorwaarden van hoe kinderen eruit hoorde te zien, welke ouders ze hoorden te hebben, welke vakanties ze vierden en in welke auto ze reden, dat zorgde voor mij vaak voor uitsluiting.

Deze uitsluiting zorgde bij mij voor eenzaamheid. In mijn familie was de norm dat er niet over emoties en gevoelens gesproken werd. De onuitgesproken regel was dat ‘waar je niet over sprak dat was er niet’. Ook dat werd buitengesloten en niet welkom geheten.

Ik leerde als klein meisje al heel jong op eigen benen staan, mezelf en bepaalde delen buiten te sluiten en leerde ik dat ik er pas mocht zijn onder voorwaarden en dan was het nog twijfelachtig of ik welkom was. 

Wanneer ik verder kijk in mijn familie van herkomst zie ik ook dat mijn ‘ouders’ er niet echt bij hoorden of welkom waren. Mijn vader het 5e kindje, een onverwacht nakomertje, was niet echt welkom bij zijn moeder. Mijn moeder, de derde dochter in haar gezin van herkomst, werd ‘het buitenbeentje’ genoemd vanwege haar gedrag en voorkeuren, dit werd niet als meisjesachtig beschouwd. Ook zij mocht er niet zijn zoals ze wilde en leerde zo af om zichzelf te mogen en kunnen zijn. 

Vanuit hun eigen levenservaringen gaven mijn ouders mij dan ook, onbewust mee dat welkom zijn op de wereld ‘voorwaardelijk’ is. Een belangrijke boodschap uit mijn verleden is dat ‘leven’ en de buitenwereld gevaarlijk waren. Dat ik me had aan te passen, dan had je de grootste kans op overleven.

Heel lang heb ik onbewust geleefd met de gedachten, mag er ik zijn, waar mag ik zijn, ben ik hier welkom om wie ik ten diepste ben? Is het hier veilig? Ik sloot mezelf al bij voorbaat buiten terwijl ik zo graag ergens bij wilde horen. Dit resulteerde in een onbewust aanpassen en masker opzetten. Hard werken, mijn best doen, iedereen tevreden houden, voor anderen zorgen, alles doen om er te mogen zijn in de hoop er dan bij te mogen horen. Veel mensen heb ik hier overigens dankbaar gebruik van laten maken. Niet voor niets noemde lang geleden iemand uit een oude vriendengroep mij ‘assepoester’.

De prijs

In de loop van mijn leven merkte ik steeds meer dat ik dingen deed die tegen mijn eigen natuur ingingen, dingen die mij niet pasten. Dat ik de dingen deed voor de ander, om de ander tevreden te houden want anders loerde er gevaar. Het voelde alsof de strop om mijn nek, de ademruimte, de ruimte voor mijzelf, steeds nauwer werd.

Voor al dit harde werken om er te mogen zijn en geen fouten mogen maken, betaalde ik een hoge prijs, in de vorm van burn-out klachten. Dit gebeurde pas op mijn 48ste levensjaar, achteraf heb ik het nog lang op kracht volgehouden. Pas toen ging ik leren wie ik ten diepste was, liet ik mijn kwetsbaarheid toe en voelde ik hoe ik in het leven wilde staan. Dit gebeurde na het overlijden van mijn moeder, mijn vader was enige jaren daarvoor overleden.

Leren en groeien doet pijn 

Om te leren wie ik ten diepste was moest ik langs pijn, gemis, verdriet en angst en moest ik ontrouw zijn aan dat wat ik had geleerd over er mogen zijn en welkom zijn. Ik had mijn ouders te danken voor hun liefdevolle en goed bedoelde boodschappen maar had mijn eigen weg te gaan.

Ik nam ontslag, na 33 jaar dienstverband, iets wat tegen de regels van mijn ouders zou zijn. Want in mijn gedachten hoorde ik mijn ouders zeggen “nooit oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt gekocht”. Ik nam vanaf dat moment de tijd om alle stukken van mezelf te ontdekken. Ik haalde het verhaal van mijn familie op. Zo verwelkomde ik alle onverwerkte emoties en gevoelens. Ik kwam thuis, voelde me meer dan ooit verbonden met mijn roots, in plaats van gebonden te zijn en vanuit onbewuste loyaliteiten, verstrikkingen en identificaties te leven en te werken.

Welkom

Ik leerde om mezelf welkom te heten en er te mogen zijn om wie ik ten diepste was. Niet om die functietitel, baan, hippe merkkleding en strakke styling en de zogenaamd belangrijke en invloedrijke vrienden. Volledig teruggeworpen op mezelf, in contact komen met mezelf, mijn roots, mijn gevoelens emoties en verlangens, alles mocht er eindelijk zijn zoals het was. 

Ik leerde nieuwe mensen kennen, dierbare collega’s en vrienden. Ook leerde ik wat onvoorwaardelijk was, dat ik fouten mocht maken en toch steeds opnieuw welkom was. Bij de ander maar ook en ik mocht er zijn van mezelf. Ik ging nieuwe dingen leren en me verder ontwikkelen.

Van onbewust naar bewust

Soms wanneer ik nu ergens nieuw binnenkom, bij een groep of een werkplek ben ik ook weer even verbonden met dat kleine meisje van toen dat er alleen mocht zijn onder voorwaarden, dat hard werkte en haar best deed om er te mogen zijn. Ook in thuissituaties herken ik ook mijn eerste neiging om ervoor te zorgen dat het iedereen goed gaat en dat ze tevreden zijn, pas dan mag ik er zijn.  Ook dan ben ik weer verbonden met dat kleine meisje van toen. 

Alleen nu ben ik me bewust van mijn neiging, van het patroon, dan denk ik ‘o ja’ daar is ze weer, de kleine Karin, ik adem in en maak dan een bewuste keus om te handelen en doen. Dat was toen en dit is nu. Ik kies dan voor dat wat passend is in het hier en nu en niet vanuit een oud patroon. 

Nee zeggen 

Het heeft me geleerd om nee te zeggen als ik ook een innerlijk nee voel. In plaats van ja zeggen tegen iets waarvan mijn hele lijf schreeuwt om een nee. Ik luister ernaar in plaats van het te negeren. Ik kan beter begrenzen. Natuurlijk is niets menselijks mij vreemd en stap ik echt soms nog vet in mijn eigen valkuil. Alleen heb ik het sneller door en doe dan een stapje terug. Het dient mij niet meer.

Dankbaar

Ik ben mijn ouders dankbaar, dankbaar voor het leven, het leven dat ik weer mocht doorgeven aan mijn dochters. Dankbaar als ik zie hoe zij nu al in het leven staan op 19 en 22 jarige leeftijd. Dankbaar voor al de wijze levenslessen die mijn ouders uit liefde en bezorgdheid doorgaven waarvan zij dachten dat ze mij zouden helpen. Dankbaar voor alles en wat er ook nog was.

In het hier en nu

In het hier nu begeleid ik leiders teams, medewerkers en andere mensen op het levenspad. Om succesvol te zijn in leven en werken in verbinding te staan met zichzelf om contact te kunnen maken met anderen. Om bewuste keuzes te maken vanuit zichzelf.

Veel van ons doen en handelen is onbewust verbonden met iets of iemand anders. Zo was dat ook voor mij. Ik mag er nu zijn van mezelf, en loop vanuit mijn ervaring en opleiding vaak een stukje met mensen mee om ze op weg te helpen.

Mag jij er zijn van jezelf?